immuunsysteem

Niets zo belangrijk voor je gezondheid als een sterk immuunsysteem

Als je kijkt naar fitte, gezonde 100 plussers dan zul je zien dat ze allemaal een sterk afweersysteem hebben. Er is dus duidelijk een link tussen die twee. Tijdens de coronapandemie zagen we ook hoe belangrijk een goede weerstand is. Mensen met een slechte weerstand vielen als eersten om. Maar wat bepaalt nu precies de sterkte van je immuunsysteem en hoe kunnen we die immuniteit verbeteren? Ik praat erover met emeritus hoogleraar immunologie Huub Savelkoul van de Wageningen Universiteit.

Ik zie ons immuunsysteem als één groot onzichtbaar verdedigingssysteem dat ons beschermd tegen virussen, bacteriën en andere ziekteverwekkers. Maar waar zit dat systeem en hoe werkt het precies?
Prof. Savelkoul: ‘Het immuunsysteem bestaat uit ongeveer 300 verschillende cellen en signaalmoleculen die overal in het lichaam voorkomen en die in actie komen zodra er kwaad van buiten komt -denk aan virussen en bacteriën, maar ook als er ín het lichaam gevaar dreigt. Zo herkennen ze kankercellen en kunnen die doden en opruimen. Het immuunsysteem is zodanig ingesteld dat de immuuncellen niet je eigen lichaamscellen aanvalt. Gebeurt dit wel dan is er sprake van een auto-immuunziekte zoals bij reuma of MS het geval is. Bij elkaar wegen al die cellen en moleculen wel 1,5 kilo. Samen zijn ze ongeveer net zo groot als de hersenen, maar de immuuncellen zitten dus overal. Als je ergens een infectie hebt duurt het even voordat de immuuncellen op de plek van de infectie zijn. Ze moeten eerst wakker geschud worden en vervolgens de goede richting op worden gedirigeerd. Ook voor die navigatie zorgt het immuunsysteem. Qua werking kun je het immuunsysteem het best vergelijken met het hormoonsysteem en het neurale systeem. Hormonen, neurotransmitters en immuundeeltjes of -cellen zijn stofjes tussen de ‘gewone’ cellen in. De 3 systemen communiceren onderling maar ook met elkaar.’

Waarom heeft de één een sterker immuunsysteem dan de ander?
‘Het is nog maar sinds dit voorjaar door een aantal baanbrekende publicaties, dat we dit beter zijn gaan begrijpen. We kunnen nu namelijk in de cellen zelf kijken. Voorheen konden we wel met grote aantallen cellen zoeken naar veranderingen in het immuunsysteem maar tegenwoordig kan dat in een enkele cel. Door dat verfijnde onderzoek op celniveau weten we nu dat zo’n 8000 genen -van de ongeveer 22.000 genen die we hebben- te maken hebben met het immuunsysteem. Deze genen bezitten we allemaal, maar het zijn de varianten van die genen die bepalen of iemand beter bestand is tegen ziekten en infecties dan de ander. Er zijn bijvoorbeeld zo’n 1300 varianten die bepalen hoe ernstig ziek je wordt van Covid-19 na besmetting met het coronavirus SARA-CoV-2. De immuungenen en varianten die je van je ouders erft, bepalen voor een groot deel hoe sterk je dus bewapend bent. Toch kun je ook met minder gunstige weerstandsgenen een sterk immuunsysteem opbouwen afhankelijk van de doorgemaakte infecties en je unieke microbioom. En: hoe gezonder je leeft, hoe sterker je immuunsysteem.’

Als je een goede weerstand hebt, ben je dan tegen alle virussen, bacteriën en andere kwalijke indringers goed bestand?
‘Nee, er bestaat geen supersysteem. Iemand die goed tegen corona virusinfectie bestand is en daar niet ziek van wordt, kan bijvoorbeeld heel vatbaar zijn voor een stafylokokken-infectie. Andersom geldt dat ook. Vrouwen hebben een beter immuunsysteem dan mannen maar zijn na de overgang gevoeliger voor het krijgen van auto-immuunziekten. De veranderende hormoonhuishouding heeft namelijk effect op het immuunsysteem. Het is niet helemaal duidelijk waarom auto-immuunziekten ontstaan en vooral de rol van chronische ontstekingen die vaak onopgemerkt jarenlang kunnen sudderen. Erfelijkheid speelt hierin een grote rol, net als hormonen en waarschijnlijk ook omgevingsfactoren zoals blootstelling aan chemische stoffen of het hebben van langdurige stress.’

Hoe komt het dat ons immuunsysteem minder wordt naarmate we ouder worden?
‘Veel immuuncellen, zoals de T- en B-cellen, wat beide witte bloedcellen zijn, functioneren minder als we ouder worden. Daarnaast zwakt het navigatiesysteem af. Als er een ziekmakende bacterie of virus wordt gesignaleerd kunnen de immuuncellen misschien nog wel goed in actie komen maar de weg naar de indringers zijn ze kwijt. Ook worden nieuwe indringers moeilijker gesignaleerd. Virussen of bacteriën die immuuncellen al eens hebben aangevallen, zullen tot op late leeftijd nog herkend worden, maar nieuwe indringers niet. Dat komt doordat de thymus (ofwel zwezerik, een belangrijk immuuncellen-vormend orgaan vlak boven het hart, red.) inkrimpt. In de thymus leren de cellen namelijk wat goed en wat slecht en dat gebeurt dan niet meer. Dat is ook de reden waarom je een 80-plusser niet moet verhuizen naar een heel ander gebied of land. Onbekende ziektemakers zijn moeilijk te bestrijden. Ons immuunsysteem is op ons best tijdens de puberteit, daarna wordt het beetje bij beetje minder. Vanaf 60 jaar zie je dat het verminderde systeem effect heeft op de gezondheid, dat we minder bestand zijn tegen ziektemakers.’

Kunnen we nog iets doen tegen die achteruitgang van ons immuunsysteem?
‘Absoluut’! Pech en genen spelen een rol, maar leefstijl nog veel meer en dat kan wel 40-50% van deze achteruitgang verklaren.
Voldoende beweging bijvoorbeeld. Tussentijdse bewegingen zoals lopen, traplopen, opstaan en weer zitten doen nog meer dat een intensieve training van een uur. Wie veel zit, ademt onvoldoende diep en dat verhoogt het risico op luchtweginfecties. Bovendien kan beweging het kleiner worden van de thymus afremmen, waardoor de  immuuncellen beter reageren op ziektemakers en vooral beter de weg naar de infectie blijven vinden. Daarnaast is gezonde voeding natuurlijk uitermate belangrijk. Groente, fruit, voldoende vezels, noten, olijfolie zorgen goed voor de T-cellen. Zink, selenium, vitamine D en vitamine E zijn extra belangrijk als we ouder worden. Als je die niet voldoende binnenkrijgt, zorg dan voor suppletie
Omdat de immuuncellen in onze darmen een heel belangrijke rol spelen omdat zo’n 70% van alle immuuncellen in de darm zit, is het ook belangrijk om goed voor je darmbacteriën te zorgen. Probiotica, zoals melkzuurbacteriën, in supplementen kunnen daarbij zinvol zijn, maar alleen als je merkt dat je ontlasting niet goed is. Bij diarree bijvoorbeeld. Goede tip is dan ook bij toiletbezoek om altijd achterom te kijken. Langdurig probiotica slikken lijkt op voorhand niet verstandig. Muizen die 2/3 deel van hun leven probiotica kregen, liepen soms darmschade op. Dat kan bij mensen ook het geval zijn, maar dat is nooit onderzocht. Het aantal levende bacteriën in supplementen moet minimaal een miljard zijn en daarom bevatten veel van deze drankjes erg veel suiker. Suiker houdt de bacterien levend. Van de probiotica-supplementen die nu op de markt zijn kun je verwachten dat die veilig en goed zijn voor kortdurend gebruik. Er is dus hoe dan ook een heleboel mogelijk om je immuunsysteem te versterken en dat zelfs tot op hoge leeftijd!’

Versterk je immuunsysteem

1. Blijf op gezond gewicht
2. Kom in beweging
3. Eet veel volkorenproducten, groente, fruit en peulvruchten
4. Eet zo min bewerkt voedsel met veel vet, zetmeel en suiker
5. Beperk het eten van rood vlees
6. Drink zo min mogelijk dranken met toegevoegde suikers
7. Drink zo min mogelijk alcohol
8. Gebruik supplementen bij tekorten

Weerstand boosters in een potje

“Boost je immuunsysteem met kurkuma!” Wie kent ze niet: de hoopgevende leuzen om je weerstand te versterken in kruiden- en supplementen winkels. Hetzelfde geldt voor gember, kaneel of knoflook. En dan hebben we nog niet eens over alle druppels en poeders die overal te verkrijgen zijn. Wat werkt en wat niet?

Savelkoul: ‘Bij een gezonde persoon, met een gevarieerd voedingspatroon en voldoende beweging, werken deze ‘wondermiddelen’ eigenlijk niet. Bij tekorten aan essentiële stoffen kunnen ze wel enig effect hebben en dat is dan meestal gebaseerd op het gehalte aan anti-oxidanten dat helpt om schade aan cellen en moleculen te herstellen. De wetgeving bepaalt dat men moet bewijzen dat de middelen veilig zijn en niet dat ze effectief zijn en dat is de suggestie die vaak wordt gewekt.’

Vaccinatie bij ouderen

Bij veroudering neemt de hoeveelheid en functie van de verschillende typen immuuncellen af maar desondanks kunnen vaccins wel nog steeds werken bij ouderen met een verminderd immuunsysteem. Zo kunnen de gebruikte griepvaccins bij ouderen nog steeds ziekte voorkomen maar zullen ze een minder goede bescherming tegen de infectie geven dan bij jongeren. Bij nieuwe vaccins is er echter een interactie nodig van de diverse typen immuuncellen die er dan minder of niet meer zijn en dan werken dergelijke vaccins helaas een stuk minder.

Dit artikel heb ik eerder geschreven voor het tijdschrift Nouveau.

Wil je zeker weten dat je niks mist van BLOW? Abonneer je op de gratis nieuwsbrief.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie